Handelsstromen, sectoren en sentiment: een diepere blik op Europese risicobeoordelingen van Coface
- nathan81952
- 9 sep
- 6 minuten om te lezen

Bij kredietverzekering zit de finesse erin om alle risico’s volledig in kaart te brengen. Dat is geen evidente opgave wanneer het klantenbestand zich uitstrooit over de wereldkaart. Kredietverzekeraar Coface zoekt orde in de wirwar van data, geopolitiek en lokaal marktsentiment om dit soort risico’s te kwantificeren. De jongste Risk Review geeft zo een beeld van de stand van zaken in de wereld. Christiane von Berg, hoofd van Economisch Onderzoek Benelux & DACH bij Coface, legt uit hoe zo’n rapport tot stand komt en welke lessen erin zitten voor bedrijven.
Coface Country Risk Conference Hoe beïnvloedt wereldwijde fragmentatie handelsrisico’s en bedrijfsstrategie? Tijdens deze namiddag krijg je strategische inzichten van experts zoals Peter De Keyzer en Marc Thys over geopolitieke spanningen, economische verschuivingen en financiële ontkoppeling. Coface brengt een inhoudelijk programma dat uitnodigt tot reflectie en aanmaant tot strategische voorbereiding. Inschrijven kan via deze link. |
“Onze Risk Review is een open publicatie die we in de eerste plaats gebruiken om onze interne modellen te voeden. We moeten weten hoe risicovol iets is, voor we het gaat verzekeren. Daarvoor vertrek je van een risicobeoordeling van een land an sich. Daarna gaan we kijken naar de sectoren en onderzoeken onze collega’s de details van de klanten”, legt von Berg uit. “Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een bepaald bedrijf wel in een economisch sterk land gevestigd is, maar dat daar grote problemen zijn in de staalindustrie. Dat heeft natuurlijk impact op de beoordeling die Coface dat bedrijf zal geven.”
Voor 160 landen wordt een score opgemaakt voor het landelijke risico en voor het businessklimaat. Scores variëren van A tot D, waarbij A nog eens is opgedeeld in vier subniveaus. “Dat is voornamelijk om een onderscheid te kunnen maken tussen de geïndustrialiseerde landen, vooral in Europa”, legt von Berg uit. “Als alle Europese landen dezelfde A-score zouden krijgen, biedt dat geen meerwaarde.” Sommige landen kregen ook een E-score, wat wil zeggen dat er geen zaken worden gedaan omdat de risico’s eenvoudigweg te groot zijn of omdat er wettelijke gevolgen zoals sancties aan vasthangen.
Lange adem
Om de vier maanden wordt de situatie geüpdatet. “Intern gebeurt een update meteen, maar door de omvang van het proces achter zo’n beoordeling vergt dat even tijd. We veranderen de risicobeoordeling van een land niet zo snel. Het model houdt rekening met het structureel risico en cyclische risico’s en wordt daarna uitvoerig besproken met de expert van die regio om zeker te zijn dat we met alles rekening houden. Het kan ook zijn dat er al bepaalde informatie via de media circuleert, maar het duurt even tot dat zich weerspiegelt in de economische data”, legt von Berg uit.
Wanneer er plots een nieuw handelsakkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten wordt afgesproken, betekent dit dus niet dat ze terug van bij het begin moeten starten. “Om te beginnen gelden de nieuwe handelsregels niet alleen voor Europa, maar meer dan 60 landen hebben nieuwe akkoorden”, luidt de uitleg. “Daarnaast is geld een beetje zoals water in biologie: als je het ergens weghaalt, komt het ergens anders terug boven. Achteraf is het altijd logisch, maar op voorhand is de beweging moeilijk te voorspellen. Bij handelsstromen zien we hetzelfde.”
Om het risicoprofiel van Europese landen nu al aan te passen zou het dus voorbarig zijn. “Het is ook mogelijk dat er bepaalde landen in Europa zullen profiteren van de nieuwe situatie. Bedrijven die sterk concurreerden met Brazilië of India, die veel hogere tarieven opgelegd kregen, zullen opeens de wind in de zeilen krijgen. Daarnaast zijn er ook heel wat details van het akkoord nog niet bekend.”
Von Berg neemt de farmaceutische industrie als voorbeeld. “Die is voor België erg belangrijk. Bij farma is het niet mogelijk om de productie ervan in een maand tijd op te zetten in de VS, dat duurt jaren. En voor we het effect van de tarieven zien, moeten we eerst kijken hoeveel van de prijsstijging bij de eindconsument terechtkomt. Het kan dat de importeur of de exporteur die gedeeltelijk voor z’n rekening neemt. Dan pas kan gekeken worden naar hoe de consument reageert. Medicijnen zijn een onelastisch product, mensen hebben ze nodig ongeacht de prijs. Zolang deze elementen niet helder zijn, wachten we af en kijken we naar wat zichtbaar is in de handel.”
Tweeledig risico
Het risico van een land is tweeledig. “Aan een kant heb je het structurele landenrisico. Dit kan veranderen, maar doorgaans gaat dit heel langzaam. Parameters zijn de economische ontwikkeling, fiscale duurzaamheid, politiek risico (doelt op bijvoorbeeld inkomensongelijkheid of werkloosheid), de kwaliteit van het bestuur en gevoeligheid aan klimaatrisico’s. Aan de andere kant heb je de cyclische risicocomponent die rekening houdt met de ontwikkelingen van het bbp. Deze indicator vertoont op korte termijn meer beweging. Als je al deze factoren meeneemt, zie je waarom een nieuw handelsakkoord niet meteen zal zorgen voor aanpassingen van de beoordeling. Je kan de risicoscore zien als een waarschuwingsbel. We willen de mensen bewust maken van wat er op komst is, voor het volledig gematerialiseerd is.”
Stijgende faillissementen
Het leeuwendeel van de Europese kaart is (licht)groen gekleurd. Dat is opmerkelijk, omdat het aantal faillissementen wel steeg en de aanhoudende gewapende conflicten samen met de grillen van Donald Trump het handelssentiment zeker beroeren. “Het klopt dat er veel groen staat op de Europese kaart”, verklaart von Berg. “Maar als je kijkt naar de kaart van voor de pandemie, was die nog feller groen. Veel landen hebben een neerwaartse correctie gekregen, Duitsland heeft vandaag de laagste score die ze ooit gekregen heeft.”
“De stijging van het aantal faillissementen vandaag, vindt ook zijn oorzaak bij de pandemie. De meeste landen, waaronder België, gaven steunmaatregelen aan bedrijven om het aantal faillissementen tegen te gaan. Deze staatssteun hield op midden 2022, toen de oorlog in Oekraïne begon. Daarmee begon ook de energiecrisis, en overheden moesten opnieuw steun geven aan bedrijven. Vandaag moeten al die leningen terugbetaald worden en dat is een drijfveer voor het stijgend aantal faillissementen. Bedrijven die zich net in leven konden houden dankzij de staatssteun, vallen er nu van tussen.”
Buurlanden
Wanneer de score van België vergeleken wordt met de buurlanden, hebben we het er over het algemeen goed vanaf gebracht. “Toen de pandemie kwam hebben we de score van België uiteraard verlaagd, maar dat was bij quasi alle landen zo. We hebben het terug verhoogd toen de economie terug opveerde. Wat ervoor zorgde dat België beter scoorde dan Frankrijk en Duitsland (Nederland heeft dezelfde score), was de automatische loonindexering”, weet von Berg. “Daarmee werd de koopkracht tijdens de energiecrisis relatief goed beschermd en hadden bedrijven iets meer zekerheid op vlak van planning.”
“Dat heeft geleid tot heel stabiele economische groei, van zo’n 0,3 procent elk kwartaal voor de laatste drie jaar. Het was geen sterke groei, maar het was wel stabiel en het was wel groei – wat we vandaag bijvoorbeeld niet in Duitsland zien. Deze voorspelbaarheid heeft de Belgen veerkrachtiger maakt dan haar buren. Natuurlijk komt dat met een kost. Jullie kampen nu met een hoog begrotingstekort en een extreme overheidsschuld, maar ik denk dat het de juiste keuze was.”
Sectoren
Als von Berg het over de sectoren heeft, komt er nog een tikje meer nuance bij kijken. “Niet elke regio is een homogeen gegeven. Een sterke sector in het ene land, kan in een ander land een zwakke zijn. We zien wel dat de meeste risicoverschuivingen vandaag het gevolg zijn van de tarieven van de VS: de automobielindustrie, de staalindustrie en voedsel. Op vlak van auto’s zijn we in West-Europa gewoon te duur en vaak niet up-to-date in termen van technologie. Azië doet het veel beter.”
“Een sector met vandaag een ietwat positiever toekomstperspectief is de bouwsector. Door de hoge intrestvoeten kampte die sector met een lagere vraag, in combinatie met inflatie voor de bouwmaterialen. De ECB is die intrestvoet nu terug aan het verlagen. Op het moment van schrijven staat die op 2%, het niveau dat wij als neutraal zien. Daardoor verwachten we opnieuw een stijging in de vraag naar leningen en hypotheken, en dus mooier weer voor de bouwsector. Daar komt ook bij dat erin heel West-Europa te weinig huisvesting is, bouwen is de enige oplossing.”
Moeilijke afweging
Een model is een vereenvoudigde weergave van de realiteit, die steunt op data. In dit geval zijn er honderden parameters, en die wijzen niet altijd harmonieus in dezelfde richting. “Italië heeft de derde grootste economie van Europa en heeft als enige West-Europees land een B-score. Dat is ongebruikelijk, zeker als je ziet dat er meer groei is dan in Duitsland. Maar de overheidsschuld van Italië is dan weer torenhoog. Er is altijd veel discussie of Italië nu een A4 of een B-score verdient. Maar wij zijn een kredietverzekeraar en dat mogen we nooit vergeten. Als we vandaag zien dat er een serieuze stijging van het aantal faillissementen op til is, geeft dat een andere kijk. Op economisch vlak gaat het beter, maar aan de zakelijke kant gaat het er slechter aan toe.”
Het is daarom ook essentieel om voeling te hebben met de landen zelf. Wanneer er een bepaalde trend opduikt of een bepaalde parameter beweegt in een onverwachte richting, is dit te vroeg om het model meteen aan te passen. “Wanneer er in Duitsland economische onzekerheid opduikt, bestaat de psychologie van de Duitsers eruit om heel spaarzaam te zijn. In Nederland geven mensen hun geld veel sneller uit. Daarom heeft elke regio zijn expert, dit zijn zaken waar je rekening mee houdt.”





Opmerkingen