Dat Namen al meer dan drie decennia de Waalse hoofdstad is, heeft een duidelijke financiële weerslag. Een “historische dienstenstad”, noemt Burgemeester Prévot het. Het Naamse uitgangspunt is comfortabeler dan dat van grotere steden als Luik of Charleroi, toch is aan uitdagingen geen gebrek. COVID zorgde voor wat vertraging, maar het streefdoel om financiële stabiliteit te bereiken blijft onverminderd overeind.
Financiële inkomsten: 206 miljoen euro; aantal medewerkers: 1.500
De Brusselse Grote Markt bevindt zich op vrijwel dezelfde afstand van centrum-Namen als de Place Saint-Lambert in Luik. En wil je van de Waalse hoofdstad – een compromis van 35 jaar geleden – naar Aarlen, dan heb je nog eens 170 km voor de boeg. Alleen al door de afstand is de oriëntatie op Waals-Brabant en de Universiteit van Louvain-la-Neuve beduidend groter dan op de Ardennen. Het draagt bij tot het unieke karakter van deze provinciestad van ruim 111.000 inwoners, beduidend kleiner dan agglomeraties als Luik en Charleroi. We brachten het financiële triumviraat van de stad samen: burgemeester, tevens bevoegd voor Financiën, de Financieel Directeur net als het Afdelingshoofd Financiën.
Kan u ons schetsen wat we zien wanneer een momentopname van de financiën van de stad gemaakt wordt?
Maxime Prévot: “Onze inkomsten bevinden zich rond de 206 miljoen euro, waarbij hetgeen we ontvangen van het gemeentefonds en de onroerende voorheffing de belangrijkste posten zijn. Afgerond is lokale fiscaliteit goed voor tien percent van onze inkomsten. Kijken we naar de uitgaves, het zal niet verbazen, is de personeelskost de belangrijkste. De werking van de politie en het OCMW zijn dan weer andere belangrijke bestedingen, telkens zo rond de 20 miljoen euro. En net geen 22 miljoen euro gaat naar schuldafbouw. Niet onbelangrijk is dat we op onze buitengewone begroting middelen specifiek bestemd voor investeringen voorzien hebben. 90 miljoen euro in totaal, buiten de gesubsidieerde projecten, een bedrag dat we over de legislatuur spreiden.”
Waalse hoofdstad
Welke rol speelt de hoofdstedelijke functie op financieel vlak?
Prévot: “Automatisch brengt dit een aantal kosten met zich mee. Je hebt de aanwezigheid van ministeries en het parlement, wat gevolgen heeft op het vlak van politiek en openbare netheid. Een ander gevolg van onze hoofdstedelijke rol is dat hier wel wat vaker betoogd wordt dan elders (lacht). Voor al deze taken dat ons statuut met zich meebrengt, ontvangen we jaarlijks 6 miljoen euro van de Waalse Regering. Je kan gerust de vergelijking maken met het Beliris-systeem dat voor Brussel uitgewerkt werd: extra middelen in ruil voor de hoofdstedelijke functie.”
Hoe gezond zijn de Naamse financiën naar Waalse normen?
Marc Bruyr: “Hiervoor wordt gebruik gemaakt van twee objectieve ratio's. De eerst heeft betrekking op de last van de schuldgraad. Het Waals Gewest heeft hier een plafond op geplaatst. De terugbetaling van kapitaal en intresten mag nooit meer dan 17,5% van de exploitatiemiddelen bedragen. Wij bevinden ons op dat vlak aan ongeveer de helft, 8% à 9% zeg maar. De andere ratio heeft dan weer betrekking op het schuldvolume. Ook hier is een limiet gevestigd: 125% van de jaarlijkse middelen van de respectievelijke stad of gemeente. Met 100% blijven we daar duidelijk onder. Wanneer je vergelijkingen maakt met andere lokale overheden, maar evenzeer met het Waals Gewest of de Federale Overheid, dan doen we het beter. De vaststelling is echter geen reden om op onze lauweren te rusten. Om slechts één voorbeeld te noemen: de voorbije jaren maakten we werk van de herfinanciering van onze schuld.”
“De terugbetaling van kapitaal en intresten mag nooit meer dan 17,5% van de exploitatiemiddelen bedragen. Wij bevinden ons op dat vlak aan ongeveer de helft”, Marc Bruyr, financieel directeur stad Namen.
Welke plaats kunnen investeringen in het beleid innemen. Ander gesteld: welke mogelijkheden biedt dit financiële plaatje?
Prévot: “Heel belangrijk. We moeten durven vaststellen dat Namen in het verleden wat te veel in slaap gewiegd was. Embourgoisée. Daar hebben we verandering in willen brengen via een aantal projecten waar Europese middelen voor aangetrokken werden. De heraanleg van het samenvloeien van Maas en Samber bijvoorbeeld. Of de TRAKK, een creatieve hub voor bedrijven. Van de 37 Belgische publieke projecten voor Architectuur, bevinden er zich 4 alleen al in Namen. Ik had het ook al over die middelen die we specifiek voor investeringen uittrekken. Maar investeren draait om meer dan gebouwen en infrastructuurwerken. We zijn bijvoorbeeld erkend geweest als eerste Smart City van Wallonië, de tweede Belgische stad na Hasselt. Dit genereert heel wat activiteiten en start ups. Op het vlak van healthcare en biotech zijn we een locomotief geweest voor Wallonië. Namen is altijd een tertiaire stad geweest, daar bouwen we op verder.”
Deficit wegwerken
Hoe duurzame is deze financiële situatie?
Prévot: “We hebben de voorbije jaren natuurlijk wat onvoorziene omstandigheden gekend, we zullen het er straks ongetwijfeld over hebben. Maar als we onze positie over een periode van enkele jaren bekijken, dan zien we dat de klok vooral op besparen heeft gestaan. Trouwens een onvermijdelijkheid. Weet u wanneer onze partij in 2006 deze functie in handen kreeg, worstelde de stad met een structureel deficit van 8 miljoen euro Onmiddellijk hebben we maatregelen genomen om deze trend te keren. De uitgaves werden nauwgezet opgevolgd, er werden minder personeelswissels doorgevoerd, de fiscaliteit werd herbekeken, en dergelijke. Het uiteindelijk doel was tot het evenwicht te komen dat we vandaag kennen. We hadden een reserve van 20 miljoen euro, maar die is de voorbije twee jaar als sneeuw voor de zon gesmolten. Voor 2022 zullen we 7 miljoen van onze reserves nodig hebben om in evenwicht te blijven. Met vergelijking moet men voorzichtig zijn, maar Luik kampt voor dit jaar met een tekort van 40 miljoen euro, Charleroi zelfs met 90 miljoen.”
Op welke overheidssteun kunnen jullie rekenen?
Jean-Sébastien Detry: “De moeizame financiering van lokale overheden is een algemeen Waals probleem. Om die reden heeft de Waalse Regering een zogenaamde Plan Oxygène dat ons in staat moet stellen de stijgende kosten op te vangen. Er kan geleend worden, waarbij de Waalse Regering de aflossing van de rente voor haar rekening neemt. In sommige gevallen komt daar nog eens 15% van het kapitaal bij, wat betekent dat van de 100 geleende euro's, slechts 85 effectief zal moeten worden terugbetaald. We moeten erkennen dat dit geen lange termijnoplossing is om de lokale financiën in evenwicht te brengen.”
“De moeizame financiering van lokale overheden is een algemeen Waals probleem. Om die reden heeft de Waalse Regering een zogenaamde Plan Oxygène”, Jean-Sébastien Detry, afdelingshoofd Financiën.
Zijn er nog andere mechanismes waar jullie gebruik van kunnen maken?
Bruyr: “Als stad van meer dan 50.000 inwoners, hebben we gebruik kunnen maken van de uitgetrokken middelen van de Waalse regering in het kader van haar 'Politique intégrée de la Ville'. Het gaat hier in totaal om een budget van 240 miljoen, verdeeld over de steden vanaf 50.000 inwoners. Hoe groter de bevolking, hoe groter het aandeel waarop men aanspraak kan maken. In ons geval is dit iets minder dan 29 miljoen euro, maar steden als Luik of Charleroi overschrijden de kaap van de 50 miljoen euro. Bedoeling is deze middelen aan te wenden voor domeinen als wonen, energie-renovatie, wijkontwikkeling, mobiliteit en dergelijke. Natuurlijk pas nadat een duidelijk actieplan goedgekeurd is.”
COVID
Hoe impacterend is de COVID-periode op jullie financiën geweest?
Detry: “De gevolgen waren groot. , op dat vlak zijn wij geen uitzondering op de regel. Wetende dat bepaalde maatregelen een stevige hap van onze inkomsten zou kosten, heeft er ons niet van weerhouden deze te nemen. Zo besloot het College de inning van de terras-belasting tijdelijk uit te stellen. Een onvermijdelijke beslissing gezien de verplichte sluiting van de Horeca, maar dat kostte ons wel 1,5 miljoen euro. Een ander voorbeeld: het casino, eigendom van de stad, maar door een privé firma. Hier verloren we 2 miljoen euro op. Wij zijn wat a-typisch geweest om de noodzakelijke put te dichten, wat de verdienste van onze Financiële Directeur is geweest. We zijn fondsen op Euronext gaan halen. Hierdoor werden we de eerste Waalse stad die de stap naar de beurs zette; Luik zou achteraf ons voorbeeld volgen. Concreet is gewerkt met een systeem van obligaties op middellange termijn, drie jaar om precies te zijn. Dit deden we een aantal keer, de laatste maal begin januari waarbij we een rente van 0,21% konden bedingen. Mochten we dit opnieuw moeten doen, zou de inflatie ons vandaag wel parten spelen. Los van het COVID-herstel is dit sowieso een extra uitdaging, maar ook hier zijn we geen uitzondering.”
Hoe groot is jullie stedelijke financiële dienst?
Prévot: “Onze dienst bestaat uit 60 mensen, en dit op een totaal van 1.500 personeelsleden. Voor alle duidelijkheid: dit cijfer slaat op de ambtenaren, zonder het onderwijzend personeel, brandweer en politie. Brandweer dat is nog eens 200, politie het dubbele en onderwijs meer dan 600. Maar om terug te keren naar de dienst Financiën: is dat veel? Mogelijk, maar het takenpakket is niet klein en met voldoende mensen boek je ook betere resultaten.”
“Onze dienst bestaat uit 60 mensen. Is dat veel? Mogelijk, maar het takenpakket is niet klein en met voldoende mensen boek je ook betere resultaten”, Maxime Prévot, burgemeester van Namen.
Wat is – tot slot – jullie verdere ambitie op finance vlak?
Prévot: “Het belangrijkste punt op dit vlak is de ambitie die we ons enkele jaren geleden opgelegd hebben: het bewerkstelligen van een financieel evenwicht. Evident was dit niet, aangezien we op een bepaald moment voor kosten stonden die ons door de hogere overheden opgelegd waren – COVID om het niet bij naam te noemen. Dit zorgt natuurlijk voor een verstoord raderwerk. Over lokale financiën bestaan heel wat misverstanden. Zo hebben we geen controle over 80% van onze uitgaven. Dat zijn kosten van taken die we verplicht moeten uitvoeren, loonlasten en dergelijke. Anderzijds is het in ons geval ook een vaststelling dat ons personeelsvolume op hetzelfde peil staat als twintig jaar geleden. Het is, denk ik, geen overdrijving te stellen dat we ons best doen om de personeelskost onder controle te houden. Persoonlijk hoop ik over enkele jaren – zou tussen de 5 à 10 jaar kunnen schommelen – een evenwicht hebben, zonder dat we daar de baksters waarover we het net hadden voor nodig hebben.”
Kader biografie
Maxime Prévot is burgemeester van Namen en bevoegd voor onder andere Financiën. Hij is master in de Politieke Wetenschappen en voormalig ondervoorzitter van de Waalse Regering. Prévot is tevens federaal volksvertegenwoordiger en huidig voorzitter van Les Engagés (ex-CDH).
Marc Bruyr is financieel directeur van stad Namen sinds 2002. Hij was werkzaam bij het Gemeentekrediet (Dexia/Belfius) tot 2001 en heeft een master in de Economische Wetenschappen.
Jean-Sébastien Detry is afdelingshoofd Financiën en werkzaam op het financieel departement van de stad Namen sinds 2004. Hij is tevens schepen van Financiën in Profondville. Ook hij behaalde een master in de Economische Wetenschappen.
Comments