I-care Group heeft ambitie. Op vijf jaar wil het bedrijf met een verdubbeling van het personeel zijn omzet vervijfvoudigen. Kostenplaatje van dat plan: 100 miljoen euro. Groeien gaat namelijk niet vanzelf. “Er is innovatie en disruptie nodig. En je moet de dingen vooral zelf doen.”
I-care bouwt oplossingen voor predictief en preventief onderhoud. Sensoren capteren data bij machines en sturen die naar de cloud. Daar analyseert AI de data en krijgt ze zicht op de werking van de machines. Vervolgens brengt de software van I-care de beheerders van het machinepark op de hoogte wanneer er onderhoud nodig is. Klinkt als een futuristische uitvinding uit Silicon Valley? Toch niet. De oprichters van I-care komen uit de Borinage. Medeoprichter en CEO Fabrice Brion is afkomstig uit Jemappes, andere medeoprichter en bestuurslid Arnaud Stevenaert uit Dour.
Ondernemen op mensenmaat
De streek rond Bergen kende vanaf de negentiende eeuw een enorme opgang dankzij de mijnbouw, wat onder meer veel Vlaamse immigranten aantrok. Maar na de sluiting van de mijnen kwam er geen andere industrie in de plaats. In de jaren 1980 en 1990 had de Borinage de hoogste werkloosheidsgraad van het hele land. “We groeiden op in die periode”, zegt Arnaud Stievenart. “Het gevoel van vroeger was er nog. We wisten dat we ooit een rijke regio waren. Maar wat mij betreft is er geen taboe rond: er was lange tijd gewoon onvoldoende initiatief, met name in de privésector, om uit de impasse te geraken.”
Na hun studies kozen ze er beiden voor om hun carrière in Vlaanderen te starten. Fabrice ging aan de slag bij Emerson, Arnaud bij PwC: twee Angelsaksische bedrijven met vestigingen in het Nederlandstalige landsgedeelte. Maar daar rijpte stilaan het idee om iets terug te geven aan de Borinage. “Ik had gezien hoe mijn vader investeerde in het festival van Dour”, vertelt Arnaud Stievenart, “en in een spin-off van Les Câbleries et Corderies de Dour, het bedrijf dat kabels maakte voor de koolmijnen. Zoiets wilde ik ook graag doen.” Alleen zou het op mensenmaat moeten gebeuren, niet zoals bij die Amerikaanse multinationals. Daar kregen de huidige waarden van I-care al vorm: sterk presteren, maar altijd met respect voor de mensen en oog voor duurzaamheid.
Wat je zelf doet…
“Vandaag kun je niet zonder innovatie”, zegt Fabrice Brion. “Zomaar groeien is in de huidige markt niet meer mogelijk. Er is disruptie nodig!” Daar moet je lef voor hebben, zo blijkt. “Je mag niet bang zijn van je concurrenten. En je moet de dingen zelf doen. Kijk naar Tesla. Het bedrijf kwam op de markt met een product dat al honderd jaar bestaat, maar besliste toch om die auto’s helemaal zelf te bouwen.” Dat idee – de dingen zelf doen – zagen Brion en Stievenart veel meer in Vlaanderen dan in Wallonië. “Maar het was precies dat wat we met I-care voor ogen hadden.” Vandaag beheert I-care dan ook de complete ketting in hun domein: van de sensoren die bij machines data capteren, tot de software om die data te analyseren en erover te rapporteren, en zo predictive maintenance mogelijk te maken.
Dat I-care doet wat het vandaag doet, is geen toeval. Fabrice Brion studeerde met grootste onderscheiding af aan de Haute Ecole Louvain en Hainaut met een scriptie over predictive maintenance. “We hebben ook andere ideeën getest, hoor”, lacht Arnaud Stievenart. “Maar nog belangrijker dan het idee zelf, is de wil om de verwachtingen van de klant te overtreffen – en daarbij echt à fond te gaan.” Dat doet denken aan de overtuiging van Jeff Bezos, al is ook Elon Musk nooit ver weg. “We hebben zeker inspiratie gehaald uit lean management, met name uit de automobielsector, dat klopt.”
Omzet maal vijf
Dat I-care er vol voor gaat, blijkt ook uit de cijfers. Sinds 2004 groeide I-care uit tot een organisatie met 750 medewerkers, waarvan 450 in België: de helft in Bergen, de helft in Leuven. “We zijn een transregionale start-up”, klinkt het, “met ook heel wat Vlamingen in het management. Dat we verschillende culturen samenbrengen, is onze sterkte.” Dit jaar klokt I-care af op een omzet van 70 miljoen euro, liefst 35% meer dan in 2022. “We willen op vijf jaar tijd onze omzet vervijfvoudigen”, zegt Fabrice Brion.
Belangrijke opmerking: I-care wil alleen zijn omzet vervijfvoudigen op vijf jaar, niet zijn personeelsbestand. Dat zou maximaal mogen verdubbelen. “De prognose steunt op marktonderzoek”, zegt Fabrice Brion. “Akkoord, geen enkele studie kan de markt correct voorspellen. Maar alle analisten zijn het erover eens dat de markt voor predictief onderhoud de komende jaren minstens maal vier gaat. Als marktleider moet je meer kunnen dan de markt. Daarom zeggen wij: maal vijf.”
Die ambitie steunt op twee vaststellingen. Bedrijven hebben meer dan ooit oog voor duurzaamheid. Predictive maintenance draagt daar op heel uiteenlopende manieren aan bij. Wanneer machines niet langer ongepland uitvallen, zorgt dat onder meer voor een betere productkwaliteit, maar bijvoorbeeld ook voor minder ongevallen. De tweede reden heeft alles te maken met de hoge vlucht die AI neemt. Data verzamelen en analyseren – en zo datamodellen trainen – is iets waar I-care intussen al bijna twintig jaar ervaring mee heeft. “En toch was het tot een paar jaar geleden vaak heel moeilijk om uit te leggen wat we doen”, zegt Fabrice Brion, “terwijl zowat iedereen die vorm van AI vandaag normaal vindt.”
Vers kapitaal… en stabiliteit
I-care ging in 2004 van start met 6.200 euro kapitaal. De voorbije twintig jaar legde het bedrijf al een indrukwekkend parcours af. Maar voor de komende jaren voorziet I-care een belangrijke versnelling. Alleen: hoe financiert het bedrijf dat? “We hebben 50 miljoen euro opgehaald”, zegt Arnaud Stievenart. Daarvan is 10 miljoen afkomstig van de eigen medewerkers. Sinds 2008 biedt het bedrijf zijn medewerkers de mogelijkheid om aandelen te kopen. Intussen is zowat de helft van het personeel aandeelhouder. De overige 40 miljoen is afkomstig van private en publieke investeerders: Finasucre (suikerindustrie, familie Lippens), de Waalse bank CPH, de Bergense investeerder IMBC, het investeringsfonds Wallonie Entreprendre en Amerigo.
“Het bedrag is eigenlijk minder belangrijk”, vindt Arnaud Stievenart. “Een goede goverance komt op de eerste plaats. Onze investeerders brengen veel extra ervaring aan.” De komende vijf jaar heeft I-care echter 100 miljoen nodig om zijn groeitraject te financieren. De ontbrekende 50 miljoen zou het bedrijf via een notering op Euronext willen binnenhalen. Daar heeft I-care een goede reden voor. “In 2017 deden we de overname van een Vlaams bedrijf”, vertelt Arnaud Stievenart. “Het was eerder al overgenomen door een investeringsfonds, maar kwam vervolgens verschillende keren bij andere fondsen terecht, elke keer met een due diligence, een nieuwe financieel directeur, enzovoort. Die instabiliteit vernietigt waarde en we zien dat liever niet weer gebeuren. We hopen dat te vermijden en op lange termijn een grotere stabiliteit te vinden door op de beurs te gaan.”
Efficiëntie versterkt groei
Achter die uitleg schuilt een duidelijk scenario. “Zoals gezegd: we geloven er sterk in de dingen zelf te doen”, zegt Arnaud Stievenart. “Daar bouwen we op verder.” Daarbij is een sleutelrol weggelegd voor nieuwe technologie. Om data te verzamelen over een machine, moesten de ingenieurs van I-care vroeger ter plaatse gaan bij de klant. Via geconnecteerde sensoren – aangesloten op het Internet of Things – capteert I-care die data vandaag automatisch en vanop afstand. I-care verwacht daar de grote groei. Het bedrijf heeft nu al een productiecapaciteit van 100.000 IoT-sensoren per maand. “De vergelijking met Tesla gaat ook hier op”, glimlacht Fabrice Brion. “Het bedrijf begon destijds met de productie van enkele duizenden dure Roadsters, maar bouwt intussen miljoenen exemplaren van het veel goedkopere Model 3.”
I-care bouwde intussen de capaciteit om op grote schaal IoT-sensoren te produceren en heeft de klanten die erop willen overstappen. “Het grote voordeel zit in het feit dat onze ingenieurs niet meer ter plaatse langs moeten gaan om de sensoren uit te lezen”, zegt Arnaud Stievenart. “We hadden op een verdubbeling van de efficiëntie gerekend, maar dat blijkt nu factor drie te zijn.” Zo doet I-care het verhaal ook financieel kloppen. Zowat 70% van de cashflow gaat naar de lonen van de ingenieurs. Maar als die drie keer meer kunnen doen in dezelfde tijd, kan het bedrijf zijn personeel behouden en toch sterk groeien. “Het mooie aan de IoT-formule is bovendien dat de klant er ook iets meer voor wil betalen”, legt Arnaud Stievenart uit. “Het klassieke rapport per kwartaal maakt plaats voor continu inzicht in de gezondheid van het machinepark. De IoT-sensoren sturen ieder kwartier een nieuwe meetwaarde door. Dat verhoogt meteen ook de waarde van het predictieve onderhoud.”
Finance als driver
Uit de manier waarop I-care zijn groeitraject voor de komende jaren uittekent, blijkt meteen dat de rol van finance zal veranderen. “Het belang van het financiële aspect neemt alleen maar toe”, zegt Arnaud Stievenart. “Finance verlaat zijn puur ondersteunende rol en ontpopt zich tot een echte driver voor de business. We zoeken daarbij nog een CFO om aan het stuur te zitten.” Het finance team in Bergen bestaat uit tien medewerkers. Daarnaast is er een finance medewerker in elk van de elf buitenlandse filialen: Frankrijk, Spanje, Zwitserland, Duitsland, Polen, Nederland, het VK, de VS, Brazilië, Canada en Australië. “Onze groei zal vooral uit het buitenland komen”, vult Fabrice Brion aan. “Op korte termijn komen er twaalf nieuwe kantoren bij, onder meer in Zweden en Ierland.”
De evolutie binnen finance houdt uiteraard ook verband met de plannen rond de beursgang. “Drie jaar geleden zijn we al op IFRS overgestapt voor onze geconsolideerde rapportering”, zegt Fabrice Brion. “Dat was best een grote oefening, die we vooral als een vorm van voorbereiding zagen. We willen klaar zijn.” Dat blijkt ook uit het feit dat I-care al twee jaar een externe audit laat doen, net zoals die nodig zal zijn in het kader van een IPO. “Daar zit dezelfde filosofie achter”, vervolgt Fabrice Brion. “We bereiden ons voor om straks – wanneer de IPO er aankomt – al die materie al in de vingers te hebben.” Daarnaast voorziet I-care ook een belangrijk luik niet-financiële rapportering. Nog voor de beursgang wil het bedrijf het certificaat van ‘B Corporation’ behalen.
Lange termijn
Tegen die achtergrond is I-care momenteel op zoek naar een nieuwe CFO. Tegelijk wil het bedrijf nog voor de IPO twee of drie onafhankelijke bestuurders aan boord hijsen. “Dat moet ons verder ondersteunen in onze zoektocht naar waarde op lange termijn”, aldus nog Fabrice Brion. “We bouwen oplossingen die op de lange termijn zijn gericht, bedoeld om de industrie duurzamer te maken. Die langetermijnvisie laat ons toe de beste beslissingen te nemen. Dat is de juiste manier om het bedrijf verder uit te bouwen.” I-care: Omzet (2022): 52 miljoen euro, Medewerkers: +750
Tekst: Dries Van Damme
Foto's: Jerry De Brie
Comments